Nog meer, nog meer!
- Ina Lodewyckx
- Feb 19, 2018
- 3 min read

Godsdienst in mijn eerste jaar secundair onderwijs. We waren een rumoerige klas, op een dag zo vervelend voor de leraar dat hij ons een toets gaf tegen de volgende les, over de leerstof van de huidige… OOooh klonk het vanuit de klas, is dat alles? De wet van actie en reactie deed de rest. Hij verhoogde de inhoud, wij wilden nog meer, riepen we. Hij verhoogde nog meer de leerstof en wij bleven om meer vragen. Tot hij het beu was en zelf ook inzag dat de toets niet het juiste middel was om de klas in de hand te houden.
Wat dan wel? Het gevoel van verveling is vermoedelijk de grootste gemene deler in een klas. De oorzaak van dat gevoel is heel verschillend. Die heeft met diversiteit te maken, iets wat in de media vaak aan bod komt en in migratie-onderzoek. Ook bij de verdeling van werkuren tijdens de feestdagen komt het van pas (katholieken nemen graag vrij op hun feestdagen, moslims op die van hen…). In het onderwijs vetrekken we vanuit de diversiteit aan intellect en gebruiken dat als basis om richtingen te ontwikkelen en leerlingen in de bijpassende vakjes in te delen. Het gaat hier echter over een andere vorm van diversiteit, die niet in één zin te omschrijven is, zelfs onderstaande omschrijvingen volstaan niet, maar tonen de complexiteit van de situatie aan:
elke leerling staat anders in het leven
elke leerling komt met een rugzakje naar school, vol ervaringen uit een recent en verder verleden, ervaringen op het thuisfront en daarbuiten. Sommige ervaringen spelen toevallig (of niet) tijdens de lessen met hun aandacht
elke leerling heeft interesses, deze zijn zo uiteenlopend dat je hen onmogelijk vanuit een eenheidsworstsysteem kan motiveren
de ganse dag in een klaslokaal vertoeven op een stoel, schooljaar in, schooljaar uit, is niet aangenaam en verfrissend, maar gewoon saai en wordt ervaren als een levenspatroon dat weinig diversiteit toelaat
het gebruik van schoolboeken (en steeds meer invulboeken) getuigt van een gebrek aan pedagogische diversiteit
…
In een eerdere blogpost, heb ik het al eens opgemerkt, het huidig schoolsysteem gaat er nog steeds vanuit dat we leerlingen moeten voorbereiden op het fabrieksmodel en het ‘9 to 5 principe’. Een leerling heeft daar, terecht, geen zin in. Het heeft überhaupt geen zin om dat model nog door de strot van jongeren te drammen, omdat deze systemen geen dominante rol meer spelen in het huidige maatschappijmodel. Zelfs de mensen die het schoolsysteem bestieren hebben daar geen zin in. Afhankelijk van de levensfase waar ze zelf in zitten, passen ze ook graag hun werkritme aan (kleine kinderen, pubers, geen kinderen, partner op pensioen of ziek, mantelzorgperiode, zin in een wereldreis, scheiding,…). Voor de bevoorrechten van onze samenleving, heeft de regelgeving al behoorlijk wat ruimte en mogelijkheden ingebouwd om het werkritme (vooral via verlofsystemen en premies) aan te passen aan de diversiteit van de levensfasen.
Bij jongeren die ruimte en mogelijkheden aangeboden krijgen, borrelen hun interesses vanzelf naar boven. Zij ontwikkelen zelf de wilskracht om zich in te zetten voor wat er voor hen toe doet. Dat kan je zien in hun vrije tijd. Met vallen en opstaan, op hun eigen, zeer diverse tempo, met pieken en dalen in hun energieniveau, maar ook dat moet je hen gunnen. En natuurlijk laten ze dan ook kansen liggen, wat telkens opnieuw een levensles is, een les die hen meer leert dan een verplicht achtste uur omdat ze rumoerig waren, teveel op hun gsm tokkelden of voor de zoveelste keer dat invulboek vergeten waren.
Wanneer jongeren de leeromgeving als een ruimte van mogelijkheden ervaren in plaats van een gedwongen tijdelijke opsluiting, zal ook hun houding tegenover het onderwijs wijzigen. Daar moet je je geen zorgen over maken. Een moeilijker vraagstuk is hoe je bij volwassenen (leerkrachten, onderwijsautoriteiten, politici en ouders!,…) het idee kan laten varen dat de school geen gedwongen opsluiting- euh opleidingscentrum hoeft te zijn.
Comments